Melkveehouders van het project Natuurinclusief Betuws Boeren hebben een bezoek gebracht aan kruidenrijke graspercelen op het bedrijf van Emiel Stam in Spijk (gem. Zevenaar). Tijdens deze middag lag de focus op het uitwisselen van kennis en ervaringen rondom kruidenrijk grasland. Alles kwam aan de orde van inzaai tot het effect op diergezondheid en kwaliteit van de melk.
Doel van kruidenrijk grasland
Melkveehouders gaan vaak tweeledig aan de slag met kruidenrijk grasland door:
- Inzet van extensief gebruik in het kader van agrarische natuurbeheer. Het gaat dan om graslanden met uitgestelde maaidatum voor het weidevogelbeheer, of extensieve beweiding. Deze percelen mogen de ondernemers vaak niet bemesten of alleen vaste mest opbrengen. Voor het weidevogelbeheer is een open structuur belangrijk voor de jonge vogels. De opbrengst is vaak minder dan 7 ton/ds/ha.
- Inzet van intensief gebruik in de vorm van productief kruidenrijk grasland. Deze percelen mogen ondernemers wel bemesten en ze streven naar een hoge productie. Inzaai vindt plaats met een mengsel van gras en 10-30 kruiden. Deze ingezaaide percelen worden gebruikt voor maaien en beweiden.
Ervaringen met productief kruidenrijk grasland bij Stam
Emiel Stam heeft nu vier jaar ervaring met productief kruidenrijk grasland. Voor de start is veel kennis verzameld over de samenstelling van het kruidenmengsel. Daarbij is er rekening gehouden met de grondsoort en daarbij is gelet op de pH van de grond. Kruiden doen het beter bij een hogere pH. Ze worden alleen bemest, indien dat nodig is. Het moment van inzaaien is het najaar. Deze ondernemer heeft goede ervaringen met het inzaaien op zwarte grond. Daarnaast gebruikt hij mengsels met wel dertig verschillende kruiden. Dit doet hij om de aantrekkelijkheid van het landschap te vergroten en de biodiversiteit te verbeteren. Bij het zaaien is het belangrijk het zaad goed te mengen. Per hectare wordt de machine opnieuw gevuld met het mengsel van zaden. De bemesting vindt plaats met dierlijke mest en zijn verdeeld over 2 giften en vervolgens aangevuld met een kleine hoeveelheid kunstmest.
Weiden en inkuilen
Veehouder Stam laat zijn dieren grazen op de kruidenrijke graspercelen, terwijl hij deze percelen ook maait en dit gras vervolgens inkuilt. Bij de beweiding valt het op dat de koeien de kruiden selectief opvreten, dat kan per dier verschillend zijn. Emiel streeft ernaar de resten na de weidegang af te maaien en afhankelijk van het weer deze te oogsten.
Bij het maaien en inkuilen probeert hij de brokkelverliezen zoveel mogelijk te voorkomen en kiest daarvoor een maaihoogte van ongeveer 12 centimeter. Hij maakt hierbij gebruik van een maaier, die in één gang het gras in wiersen legt. Het is het belangrijk na het maaien het gras direct in wiersen te leggen en vervolgens de volgende dag in te kuilen. Door te kiezen voor deze korte droogperiode ontstaan er nog geen harde stengels, dat zorgt ervoor dat de dieren het graag willen eten.
De ervaring is dat in een droge periode de kruiden het beter doen, en in natte perioden de grassen. Dit heeft ook te maken met de hoge ligging van de dunne laag klei op het zand op dit bedrijf in Spijk.
Voor het vervolg van het project Natuurinclusief Betuws Boeren zien de deelnemers graag een antwoord op de volgende vragen: Is doorzaai nodig wanneer het aandeel kruiden in het perceel afnemen? Ook moet uit de praktijk nog blijken kruiden het best passen op de grondsoort van zijn bedrijf?
Verdienmodel
De opbrengsten van het kruidenrijk gras zijn vergelijkbaar met Engels raaigras wanneer dit productiegras niet maximaal bemest wordt. Ook ervaart Stam in de praktijk dat zijn kruidenrijke graspercelen minder droogtegevoelig zijn. Voor de analyse van de voederwaarde is nog een verfijning nodig. De eerste indruk is wel dat deze wat lager ligt. De kosten voor het zaaizaad zijn aanzienlijk hoger dan reguliere mengsels.
Het verdienmodel voor Stam bestaat dan ook uit de volgende onderdelen:
- Een financiële bijdrage voor een gevarieerder landschap;
- Betere diergezondheid wat leidt tot lagere diergezondheidskosten;
- Meeropbrengsten uit de verkoop van de producten uit zijn eigen zuivelbereiding (korte keten)